The roof of Africa

20 februari 2016 - Kilimanjaro Nationaal Park, Tanzania

Lieve allemaal,

Op dit moment lig ik uitgeput in bed, weer terug op de compound. Ik besef nog niet helemaal dat we iets meer dan 1,5 dag geleden op 5895 meter hoogte op Uhuru Peak stonden: de top van de Kilimanjaro. Jawel, u leest het goed: mission accomplished, de (berg)geit is gemolken.
Natuurlijk bestond de hele beklimming niet alleen uit het bereiken van de top, dus laten we bij het begin beginnen.

Het begin was afgelopen zondagochtend. Een busje van Nyange Adventures kwam langs op de compound om ons en onze tassen vol bergbeklimattributen op te halen. Nadat we afscheid genomen hadden van Gowri, want zij is sinds maandag weer op weg naar Australië (via Zanzibar en Egypte), begon ons avontuur echt. Eenmaal in het busje vroegen ze ons of we het erg vonden als er zich nog twee klimmers aansloten bij onze groep. Uiteraard vonden we dat geen probleem, dus uiteindelijk bestond onze groep naast Marion, Emilie, Marit, Eivind, Max en mezelf ook uit de Israëlische Uri en Yaël. We konden het goed met elkaar vinden, dus vol goede moed vertrokken we richting de Machame gate van Kilimanjaro National Park, waar vandaan de route begint.
Natuurlijk kun je niet zo maar met een groep de berg gaan beklimmen. Het (fantastische) team dat ons ging helpen bestond uit 4 gidsen, 1 ‘stomach engineer’(kok) en maar liefst 24 porters. De porters dragen al je spullen die je niet in je dagrugzak hebt, plus alle tenten, kookspullen, stoeltjes etc. van kamp naar kamp. Het is heel indrukwekkend om te zien hoe ze met bepakking van 15 kg ongeveer twee keer zo snel de berg op gaan dan jij met alleen je dagrugzak. Onze gidsen heetten Davis, Joey, Andrew en Eric. Davis was de ‘hoofdgids’ en hield dus het overzicht over alles en iedereen en hield de briefingen aan het eind van elke dag, om ons te informeren over de dag erop. Davis was echt fantastisch: met zijn lage stem en uitdrukkingen als ‘worry not’, ‘hakuna matata’, ‘supahdupah’ en ‘exáctly’ hield hij ons elke dag weer op de been. Zonder de fantastische ‘crew’ hadden we de top nooit bereikt.
Terug naar Machame gate. Tot ik daar kwam had ik me niet zo gerealiseerd hoe veel mensen de Klimanjaro proberen te beklimmen, maar het was een drukte van jewelste bij de ingang en bij het inschrijven. Gelukkig is het park ontzettend groot en loopt niet iedereen op hetzelfde tempo, waardoor het tijdens het lopen zelf wel meevalt met de drukte.
Dag 1 bestond uit een trektocht van ongeveer 5-6 uur van Machame gate (1800 m) naar Machame camp (3000 m). Je loopt ongeveer 14 kilometer over een bospad door de jungle. Ik vond het geen bijzonder zware dag, dus fijn om mee te beginnen. De jungle is mooi met heel veel verschillende bomen en planten. Afgezien van 10 minuten regen was het weer top, dus dat droeg zeker bij aan de positieve sfeer. Aan het eind van de dag, toen de dichte bebossing plaats begon te maken voor lagere begroeiing, arriveerden we in het kamp. Toen we aankwamen waren de tenten al opgezet. Op de Kilimanjaro slaap je twee-aan-twee in koepeltentjes. Ik lag met Marion. Eten en koken gebeurt in andere tenten. Elke groep heeft zo zijn eigen mini-kampementje. Toen we aankwamen in het kamp (en hetzelfde gebeurde de overige dagen) kregen we eerst een bak met warm ‘water for wash-wash’ om ons wat op te frissen (er zijn geen douches op de berg). Hierna konden we aanschuiven in de eettent. Het eten was verrassend genoeg erg lekker. Het bestond elke dag uit soep vooraf, om je vocht- en zoutbalans op peil te houden, en een maaltijd met rijst/pasta met groenten en vlees. ’s Avonds doken we al vroeg de tent in, omdat we erg moe waren en omdat we de volgende dag om 6:30 uur weer ging beginnen.
Dag 2 begon met een lekker warme mok koffie of thee, naar onze tent gebracht door porter Steven. Na het ontbijt begonnen we aan de tocht naar Shira camp, op 3850 m hoogte. Hoewel dit niet de langste dag was (4-5 uur, 5,3 km), vond ik het wel een van de zwaarste. De jungle had plaatsgemaakt voor lage struiken en rotsen en de klim hierover was erg steil. Gelukkig was het uitzicht prachtig: doordat er dus geen of weinig hoge bomen meer langs het pad stonden en doordat we geluk hadden met het weer en er geen bewolking was, konden we mooi uitkijken over de onderliggende jungle. Eenmaal aangekomen in Shira camp kregen we een warme lunch en konden we uitrusten in onze tent. ’s Middags maakten we een korte wandeling door de omgeving, om onze lichamen goed de kans te geven om te acclimatiseren. Na het avondeten doken we wederom vroeg onze tent in. Die nacht was het voor het eerst echt koud en heb ik geleerd dat het nodig is dat je meerdere lagen boven- en onderkleding en sokken aantrekt voor het slapen gaan op de berg, want als je het eenmaal koud hebt, dan krijg je het erg lastig weer warm.
Ondanks de koude nacht begonnen we, na het gebruikelijke ritueel van koffie/thee, wash-wash en ontbijt, op dag 3 aan onze hike naar Barranco camp. Dit is een lange dag (14 km, 6-7 uur), waarbij je eerst een heel stuk klimt naar Lava tower (4600 m), om vervolgens weer af te dalen naar het kamp op 3940 m. Dit ‘climb high, sleep low’-principe is acclimatisatietechnisch (nieuw scrabblewoord?) gezien erg belangrijk, omdat je zo je lichaam alvast laat wennen aan grote hoogtes. Als je op Lava tower symptomen krijgt van hoogteziekte, dan is dit een teken dat je extra goed moet oppassen bij de volgende klim. De omgeving was deze dag wederom erg anders dan die van de dag ervoor: het pad naar Lava tower bestond vooral uit heel veel rotsen en grind, wat veel deed denken aan Mordor. Al snel vergeleken we onze toch dan ook met die van Frodo, om het geheel maar even in cultuurhistorisch perspectief te plaatsen (NB mocht u de draad kwijt zijn, raad ik u aan het volgende aan te schaffen http://www.bol.com/nl/p/lord-of-the-rings-extended-editions-trilogy/1002004000097947/?tpsQuery=/N/3133/Ntt/lord%20of%20the%20rings/sf/true en 12 uur vrij te roosteren).
Dag 3 was helaas de laatste dag die we helemaal samen met Uri en Yaël gedaan hebben. Omdat zij de 6 dagen route deden (in plaats van de 7 dagen die wij hadden), deden zij onze dag 4 en 5 in één dag.
Dag 4 begon met de beklimmen van de Barranco wall (4250). Als je aankomt in Barranco camp, zie je ‘the wall’ al liggen. Het ziet er dan gevaarlijk steil en hoog uit. Steil was het zeker, maar de beklimming was goed te doen en het was leuk om met het klimmen wat afwisseling te hebben van het lopen. Qua gevaar viel het allemaal reuze mee, mits je de aanwijzingen van je gids opvolgt (sowieso een goede tip, bedankt Monique :) ) en niet let op de porters die halsbrekende toeren uithalen (oh, oh plaatsvervangende hoogtevrees). Na een tocht van in totaal 3-4 uur kwamen we aan in Karanga camp (4000 m). Dit lag op de rand van een rots. ’s Nachts kon je, zoals elke nacht, een schitterende sterrenhemel bekijken en kon je de concentratie van duizenden lichtjes zien die Moshi was. De uitzichten hier en tijdens de gehele trip waren onbeschrijfelijk mooi (foto’s komen nog).
De nacht van dag 4 op dag 5 was een belangrijke, namelijk omdat dit onze laatste volledige nacht slaap zou zijn, voordat we op de top van de Kilimanjaro zouden staan.
Dag 5 bestond uit een korte hike van 3-4 uur naar het allerlaatste kamp: Barafu camp (basecamp), op 4600 meter. De middag en avond bestonden uit lunch, slapen, avondeten en weer slapen. Je merkte aan iedereen dat de spanning en de vermoeiende voorgaande dagen er nu echt in begonnen te hakken: onze magen waren niet helemaal tevreden (ook een bijwerking van Diamox overigens, het medicijn tegen hoogteziekte) en ibuprofennetjes tegen de hoofdpijn werden volop geslikt. Om 11 uur ’s nachts werden we wakker gemaakt voor een (very) early breakfast en daarna begonnen we, gehuld in meerdere lagen thermo-kleding, een dikke jas en handschoenen en met een hoofdlamp op, aan onze summit-poging. Het gevoel als je door de pikdonkere nacht de steile helling omhoog klimt is heel gek. Iedereen is een beetje in zijn eigen wereld en probeert zich zoveel mogelijk af te sluiten van de kou, de pijn in je benen en de andere groepen klimmers die je voorbij gaan, of die je passeert. De beklimming duurt 6 uur en is, tot het moment dat je boven bent, niet leuk. Het is ontzettend zwaar, maar de wetenschap dat je na 5 dagen lopen nu al zo ver gekomen bent, houdt je op de been. Dat, en in mijn geval de fantastische groep en Davis, die me met heel veel ‘worry not’s en ‘hakuna matata’s naar boven heeft geholpen. Een belangrijk moment voor mij was het bereiken van Stella Point (5685 m). Dat is het moment dat je de rand van de krater van de Kilimanjaro bereikt. Het was zo belangrijk, omdat het vanuit hier nog maar 50 minuten was naar de ‘echte’ summit. 50 minuten die over het algemeen als minder zwaar worden ervaren dan de voorgaande 5 uur. Gek hoe dat ene bordje met ‘Stella Point’ je benen, die tot 1 seconde daarvoor nog oververmoeid waren, kan laten rennen. Na Stella Point was de resterende klim tot aan Uhuru Peak, 5895 meter, geen moeite meer. Toen we aankwamen bij de top was er tijd voor een hoop gejuich en blijdschap en het nemen van foto’s bij het beroemde Kilimanjaro-roof-of-Africa-bord. Nóg mooier werd het toen na een paar minuten de zon op begon te komen. Om op deze hoogte boven de wolken te staan en te kijken naar de schitterende zonsopkomst is alle moeite driedubbel en dwars waard :). Nadat iedereen er van was verzekerd dat dit mooie moment met een foto vereeuwigd was, begonnen we aan de afdaling. Inmiddels was het behoorlijk licht geworden en konden we zien wat we eigenlijk beklommen hadden die nacht. Ik moet zeggen: ik ben blij dat we tijdens de klim niet hadden kunnen zien wat we nu tijdens het afdalen wel zagen, want ik vermoed dat de moed me dan behoorlijk in de schoenen gezakt was: zo steil en lang was de route. Tijdens de klim had ik al mijn energie (en nog een beetje meer) gebruikt, dus afdalen ging moeizaam. 

Aan de ene kant is afdalen makkelijker, omdat de zwaartekracht een deel van het werk doet, maar het is ook zwaar om jezelf voortdurend tegen te moeten houden. Toen we eindelijk weer in basecamp waren, kregen we brunch. Daarna begonnen we aan de laatste afdaling. Bij de 7-daagse route is het ‘officieel’ zo dat je na het bereiken van de top nog één nacht op de berg verblijft en de afdaling dus in twee keer doet. Van onze groep had niemand echter zin om nog een nacht op de berg te blijven, dus besloten we om de afdaling in één keer te doen (dit doen vrij veel mensen overigens). Helaas had voor mij het ‘summitten’ toch echt zijn tol geëist en kon ik halverwege de afdaling werkelijk geen stap meer verzetten zonder door mijn benen te zakken. Omdat we wel op tijd (18 uur) terug moesten zijn bij de uitgang van het park (Mweka gate), besloot Davis dat het de beste optie was als ik in een stretcher verder ging voor de laatste 3 uur. Ik was (gelukkig) te moe om erover na te denken hoe een stretcher werkt op een berg met zandpaden bezaaid met enorme rotsen, dus ik vond het allemaal prima. Een tip, mocht iemand van jullie ooit de Kili gaan beklimmen: ga niet in de stretcher, tenzij het echt niet anders kan. Of tenzij je van bizarre ervaringen houdt. De stretcher is van ijzer met in het midden 1 groot wiel. Hij wordt in balans gehouden door 4 ontzéttend sterke mannen en dan rennen (ja inderdaad, rennen) ze met je van de berg af. In het begin was het doodeng om ingesnoerd in een slaapzak op dat ding te liggen, terwijl ze met een noodgang over/langs de rotsen rijden, maar na een tijdje raak je er aan gewend. En al zag het er volgens Marion totaal niet uit of ze controle hadden over de stretcher met mij erop, ik geloof dat ze goed wisten waar ze mee bezig waren en had er enorm veel respect voor. Comfortabel is anders, maar ja, dan moet je ook maar geen bergen willen beklimmen denk ik dan maar! De belevenis duurde ongeveer 3 uur en aan het einde werd ik weer herenigd met de rest van de groep.

Als ik terugkijk op het hele avontuur van 6 dagen kan ik zeggen dat het een ervaring was die zwaar was, maar ook een die ik nooit had willen missen en die ik voor de rest van mijn leven zal onthouden!

Liefs,

Sophie

Foto’s

6 Reacties

  1. Oma:
    20 februari 2016
    Geweldig Sophie dat je dat gehaald het ik heb al die dagen met je meegeleefd en een grote kaars aangemaakt voor je ik Zou dat onmogelijk gekund hebben ik krijg al hoogtevrees als ik era an denk Maar het is wel een belefenis die je nooit zult verge ten hou je nu de komen de dagen Maar goed rustig ik heb veel bewondering voor je heel veel liefs Oma. Kessel
  2. Tan:
    20 februari 2016
    Held!!
  3. Charlotte Nefs:
    20 februari 2016
    Well done! Heel knap, Sophie! En dat kan lang niet iedereen zeggen, dat ze óók nog in een stretcher van een berg afgerold zijn...! Wat een ervaringen...
  4. Ans en Wiek:
    21 februari 2016
    Ha die Sophie! Whow! Wat geweldig dat de missie geslaagd is!! Chapeau!! Goed beschreven hoor en prachtige foto's! Ja... dat je na de top en de afdaling in één keer jouw fysieke grens bereikt had, zodat je de laatste uren per stretcher bent afgedaald haalt dan ook niets af van deze top-prestatie! Goed georganiseerde trip! Heel belangrijk... worry not... haha!
    Lieve groet,
    Ans
  5. Aggie:
    22 februari 2016
    Wát een verhaal Sophie! Petje af! Ik doe het je niet na. Maar dit neemt niemand je meer af en je kunt er met veel plezier aan terugdenken.
  6. Marja:
    27 februari 2016
    Wat een geweldig mooie ervaring!!! Super gedaan. Ik heb van mama de foto van de stretcher gezien. Ook indrukwekkend.